Na dit bezoek aan de grot varen we langzaam maar zeker het mangrovegebied in. Prachtig! De boot wordt een paar maal stil gelegd. maar helaas hoe onze gids ook zijn best doet, er valt niets te spotten. Hij legt uit, en dat weten we zelf ook, dat je als je vogels, vissen, krabben, apen en wat er niet meer allemaal in dit gebied leeft wilt zien je heel vroeg in de morgen of avond dit gebied moet doorkruisen. Ik vind het zo al de moeite meer dan waard. Als we weer op wat opener water varen zien we links en rechts de huisjes van de lokale bevolking aan de rand van het water. Zo te zien leeft zo’n beetje iedereen hier van de visserij. In Ban Ko Klang meren we weer aan. Een jongen laat ons allerlei vissen zien. Heel speciaal totaal nieuw voor me is de kogelvis. Bij gevaar maakt deze zich bolrond door water op te zuigen. Het dier wordt daardoor enkele malen groter. De gekweekte kogelvis is niet giftig. De in de vrije natuur voorkomende soort bevat zoveel gif (van bepaalde bacterie) dat hij 30 mensen zou kunnen doden. Echt een heel gek gezicht. Eerst wordt er een groene vis uit het water gehaald en in no time heeft deze zich tot een bijna onwezenlijk dier opgeblazen. Terug in het water draait de vis een paar rondjes en je ziet a.h.w. hoe hij zich laat “leeglopen”, lucht laat ontsnappen.
Bij deze stop drinken we wat en eten een bananenpannenkoek. Tja bananen daaraan hebben ze hier geen
gebrek. Alhoewel als we weer varen wijst de gids ons op een stelletje apen langs het water. Als we nu nog een paar banaantjes zouden hebben gehad zou toch leuk zijn geweest. Het blijft genieten van de begroeiing langs de kant.
Ja, het was een ontzettend mooie tocht. Een wandelingetje van een kwartiertje of zo liep uit tot zo’n drie-en-een-half uur. Ons programma van vandaag is aardig overhoop gehaald. We rijden in elk geval niet meer verder. Op de terugweg bezoeken we nog wel de zgn. Wat Tham Sue, de Tijgergrot Tempel. Het verhaal gaat dat vroeger in deze grot een tijger beschutting zocht. .De mensen die in de bossen gingen jagen of voedsel verzamelden hoorden de tijger regelmatig brullen. In de loop der tijd zijn de mensen deze omgeving Tijgergrot gaan noemen. Op een dag is de tijger verdwenen in de richting van Phanom berg- en kliffengebied. Daarna is hij nooit meer gezien. Sinds 1975 liet een belangrijke monnik van de tempel hier, monniken en nonnen hier leven om Dharma te praktiseren. Het is dus eigenlijk een cave monastery. Bij de tempelgrot ligt ook een Chinese pagode. Het lijkt wel of we op de kermis terecht gekomen zijn. Heel veel poespas, er wordt abnormaal veel geofferd bij de pagode en we schrikken enorm als er plotseling een knetterend en keihard vuurwerk wordt afgestoken. Deze week vieren de Chinezen nieuwjaar. Op dit complex herrijst op dit moment weer een enorme chedi. Bovenop de berg staat nog een grote tempel. Maar de meer dan 1200 trappen daar naar toe laten we fijn voor wat ze zijn. Het is behoorlijk warm. We houden het qua activiteit sowieso voor gezien vandaag. Tot een volgend keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten