We hebben gepland om eerst naar de zgn. Tham Pee Hua Toe (ook wel Tham Huakalok genoemd) te rijden. Deze is alleen te bereiken via een tochtje over het water. Als we op een gegeven moment bij de ingang van het “Tharnboke Koranee Marine National Park” staan gaan we eerst dit park bezoeken. Dat staat ook op ons lijstje voor vandaag. Bovendien hebben we zo langzamerhand behoorlijk dorst gekregen dus we schieten de eerste de beste drankgelegenheid binnen. 45 baht voor drie blikjes drinken. Tsjonge jonge. Dit park beslaat 104 vierkante km. Het park omvat onder meer altijd groen blijvende planten, turf moeras, mangrove en aan de kust grenzende beboste kalksteenrotsen. Daarnaast behoren ook een aantal in de Andaman zee gelegen eilanden (Ko Hong, Ko Lao, Ko Bulo en Ko Karot) tot dit park. Waar nu het hoofdkwartier ligt leefden vroeger vele soorten dieren. Dit gebied werd vroeger Than Asok genoemd. Later kreeg het dus de naam Than Bokkhorani. In 1955 werd dit gebied een arboretum. In 1998 werd het tot Nationaal Park verklaard. Het park is zo opgezet dat men er het een en ander van kan leren, er heerlijk kan relaxen en plezier aan kan beleven. Het educatieve aspect krijgt veel aandacht. (zoals trouwens overal in de nationale parken in Thailand) Er ligt een 1.8 km wandelpad doorheen waarlangs verschillende informatieborden zijn geplaatst. In het park is door verschillende kleine stroompjes een natuurlijke poel ontstaan, de Sa Than Bok Khorani. Doordat die natuurlijke stroompjes op verschillende niveaus samen komen zijn er mooie kleine watervalletjes gevormd. Een mooi gezicht een leuke wandeling. En de Thai hebben het helemaal begrepen. In alle rust zitten links en rechts op daarvoor aangelegde plaatsen hele families te genieten van een picknick.
Dan op zoek naar een pier waarvandaan we een oversteek zouden kunnen maken naar de Pee Hua Toe grot. We vragen het op verschillende plaatsen maar er wordt weinig of geen Engels gesproken en zelfs de kaart kan geen uitkomst bieden. Op een gegeven moment spreken we een familie aan. De een wijst rechtsom, de ander links. Zoals later blijkt hebben ze eigenlijk allebei gelijk maar wij gaan dan met behulp van Tommie en op eigen gevoel maar linksom. Dat is een goede keuze. Na ca. 5 minuten staan we plotseling op een parkeerplaats bij een pier. Dat blijkt de goede te zijn. nl. de pier in Ban Bor Thor. De sleutel is nog niet uit het contact of er stopt een brommer met een vrij forse kerel daarop, voor de auto. Eerst denken we nog dat we hier niet mogen parkeren, maar als ik de folder zie die hij bij zich heeft weet ik wel beter. Hij kan ons voor een prikkie naar de grot brengen. “Weet je wel wat je kwijt bent als je een trip door dit gebied via een excursie boekt?” Hij heeft gelijk. We kunnen kiezen zelf kanoën of iemand meenemen die onze kano’s over de rivier peddelt. We kiezen voor het laatste. Hij vraagt een alleszins redelijke prijs en ik moet zeggen het wordt weer een prachtig uitstapje dat meer biedt dan ik vooraf verwachtte. We varen nl. weer door de mangrove. Overal de kleine huisjes met voorzieningen voor vis-, krabben- en oestervangst. Net als gisteren. Voordat we de Huakalok grot bereiken nemen we eerst een kijkje in de Tham Lod. Deze grot is eigenlijk een tunnel die onder de kalkstenen rotsen ligt met een grote variëteit aan stalagmieten en –tieten. Daarna varen we een lagune in. Zo dat was allemaal al extra, nu naar de Pee Hua Toe grot, die eigenlijk ons doel is. Deze grot behoort ook tot het Tharnboke Koranee park. Letterlijk vertaald betekent Tham Pee Hua Toe de grot van de geest met het grote hoofd. Het wordt ook wel de schedelgrot genoemd omdat hier in 2497 BE, (de jaartelling begint bij de dood van Boeddha in 543 voor Christus) in onze jaartelling 1954, schedels zijn gevonden. Op de wanden en het dak van de grot zijn prehistorische tekeningen gevonden. Waarschijnlijk is er in het zuiden van Thailand geen grot te vinden waar meer van deze prehistorische tekeningen zijn te vinden. De tekeningen zijn in drie categorieën onder te verdelen; vormen van mensen en dieren, andere wezens en handen en voeten. Voor de schilderingen zijn de kleuren rood, zwart, geel en bruin gebruikt. De grot is van grote archeologische waarde. Hier ligt het bewijs dat er 3000 jaar geleden aan de kust van de Andaman zee een gemeenschap van mensen leefde. Zij gebruikten de grot als onderdak en vonden hier voldoende natuurlijke bronnen en eten om in leven te blijven. De grot bestaat uit een labyrint van doorgangen waar je bij laagtij door kunt wandelen. Ik vind de verschillende groentinten in de kalkstenen rotsen opvallend mooi.
Op de terugtocht moeten de kanoërs flink wat meer werk verzetten. We varen nu stroomopwaarts. Als we weer bij de pier zijn aangekomen hebben we trek in een hartig hapje. Over een lange houten, gammele loopbrug worden we het “restaurant” in geloodst. We komen echter niet verder dan een portie gebrande cashewnoten en een bordje gemengd fruit. Weer zie ik een voor mij nieuw soort visje: het trompetvisje. Misschien wel bekend maar op het terrein van vissen ben ik dus absoluut een leek. Kennelijk zijn ze op eten uit en wordt er hier zo af en toe wat in het water gegooid. Het wemelt ervan. Als we een klein stukje meloen in het water gooien zijn ze er als de kippen bij. Mooi om te zien hoe deze visjes de buit verorberen. Ze pakken deze op met hun snuit, net achter het trompetje en gaan er als de gesmeerde bliksem mee vandoor. Op een rustiger plekje, hap, is het ineens in het bekje verdwenen, of een ander trompetterke zwemt even rap over zijn maatje heen en heeft het eten dan op zijn snuitje liggen en gaat er mee vandoor. Heel typisch hoe goed dit kleine wezentje is uitgerust om te eten. Het is bijna laagtij. De mangrove is dus voor een stuk “droog” komen te liggen. En gelukkig maar, zo zien we dan nog iets van het leven daarin. Twee varanen bewegen zich traag, (aangepast aan de Thaise manier van leven?) door de modder. Hier en daar zien we een enkel krabbetje lopen. Verder spot ik libellen die ook helemaal nieuw voor me zijn. Het is een heel kleine roodbruine soort met aan de uiteinden doorzichtige vleugels. Eerder die dag zagen we ze ook al in het natuurpark. De camera wordt dus maar weer tevoorschijn gehaald en de beestjes worden vastgelegd.
We volgen dezelfde route terug naar Ao Nang. Het is half zes geweest als we daar aankomen. We drinken eerst iets en dan fijn een uurtje plat. Vandaag ga ik bij het eten voor een biefstukje met frites en rauwkostsalade. Het kan niet Europeser maar is toch wel verdraaid lekker na al die dagen rijst met. Een cappuccinootje van S. erachteraan en we zijn weer helemaal verzadigd. Beetje bloggen en een spelletje en dat was het dan voor vandaag. Weer een fijne dag in de natuur beleefd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten